Cyprus dankt zijn naam aan het
koper (de Romeinen noemden het ‘aes cuprum’ of erts van Cyprus), dat al in de
oudheid massaal op het eiland werd ontgonnen, maar het is vooral de
strategische ligging die het eiland tot op vandaag met zijn eigen identiteit doet
worstelen.
Want Cyprus is mooi, heeft ontegensprekelijk een heel rijk verleden, maar kampt
– een beetje zoals België – met een gebrek aan eensgezindheid als het over het
land zelf gaat.Maar wat wil je? Je kan geen volk
uit het Midden-Oosten bedenken, of ze hebben het eiland ooit bezet. Elk volk
heeft er zijn etnologische en culturele stempel achtergelaten, zodat ‘de
Cyprioot’ een multiculturele duizendpoot bij uitstek is.
Al in de zevende eeuw voor
Christus is het eiland een bloeiend handelscentrum; de oorspronkelijke
bevolking is dan al lang onder de voet gelopen door Levantijnen (het huidige
Syrië, Jordanië, Israël, Libanon, Irak), die op hun beurt onderworpen worden
door de Assyriërs. Daarna volgden de Egyptenaren (ca. 560-450 v.C.), Hellenen
(425 v.C. en later), Feniciërs en vlak voor onze jaartelling de Romeinen
(provincia Cyprus, met veel Joodse immigratie).
Typerend voor al deze volkeren was dat ze de stadskoninkrijken op het eiland allen de illusie van de macht lieten, terwijl ze achter de schermen de (vooral economische) touwtjes stevig in handen hadden. Hoe zeggen ze ook al weer: divide ut imperas?
Typerend voor al deze volkeren was dat ze de stadskoninkrijken op het eiland allen de illusie van de macht lieten, terwijl ze achter de schermen de (vooral economische) touwtjes stevig in handen hadden. Hoe zeggen ze ook al weer: divide ut imperas?
In de vierde eeuw nemen de
Byzantijnen de macht in handen. Zij zullen de basis leggen voor de nu nog
steeds allesoverheersende invloed van de orthodoxe katholieke kerk (om het met de
woorden van Ioanna, onze gids op enkele uitstappen, te zeggen: ‘Elke Cyprioot
wordt als orthodoxe katholiek geboren, er is geen keuze.’), zelfs als ze bij
tussenpozen hun macht moeten delen met de Arabieren.
Het jaar 1192 is een kantelmoment
in de Cypriotische geschiedenis. Tot grote woede van de Byzantijnse keizer
wordt het eiland door de kruisvaarders bezet. Richard Leeuwenhart zal er zowaar
zelfs trouwen, de enige keer dat een Engelse koning, niet in zijn vaderland trouwt!
Het ‘koninkrijk Cyprus’ gaat in 1269 zelfs een unie aan met het koninkrijk
Jeruzalem. De Cypriotische vloot is op dat moment een gevreesde macht.
Maar ook aan deze macht komt een
einde; de laatste koning trouwt met een Venetiaanse prinses en in 1489 besluiten
de Venetianen dat het welletjes is geweest: Cyprus wordt niet meer of minder
dan een kolonie van de Dogenstad. Aan een versneld tempo wordt de bodemrijkdom
ontgonnen (kopererts en hout), waarvan het eiland tot op vandaag nog steeds de
sporen draagt.
En als je denkt, nu stopt het,
vergeet het maar. Nauwelijks tachtig jaar later, in 1571, zetten de Ottomanen
voet aan wal. En dat zal de voornamelijk Griekssprekende bevolking geweten
hebben. De Turken zullen driehonderd jaar lang het eiland bezetten en
systematisch onderscheid maken tussen de twee grootste bevolkingsgroepen. Tot
op vandaag leeft die scheiding ook in de geesten van elke inwoner. En die
tegenstelling is van een heel ander kaliber dan wat wij Vlamingen en Walen hier
gewend zijn, geloof me. Enkel de Noord-Ieren kunnen de vergelijking doorstaan.
geen Cypriotische vlag zonder de Griekse |
Toen het Ottomaanse Rijk langzaam
maar zeker zijn macht verloor en teruggedrongen werd tot wat wij nu als Turkije
kennen, waren de Britten er als de kippen bij om het eiland te bezetten in
1877. Cyprus had immers nog aan strategisch belang gewonnen sinds de opening
van het Suez-kanaal in 1869. En wie anders dan het British Empire moest en zou
over de zeven zeeën heersen? Cyprus werd in 1925 kroonkolonie.
Maar de Britten mochten dan
heersen over zee, op het land kregen ze de lont ook niet uit het kruitvat.
Vooral omdat Michael Christodoulou Mouskos in 1950 de nieuwe aartsbisschop van
Cyprus was geworden. Mouskos ging de wereldgeschiedenis is als Makarios III en
zou het boegbeeld worden van de strijd tegen de Britse overheersing. Wie
Makarios zegt, zegt ook ‘Enosis’: de strijd voor aansluiting bij Griekenland.
En wie Enosis zegt, zegt ook EOKA: de Εθνική Οργάνωσις Κυπρίων Αγωνιστών (Nationale Organisatie van Cypriotische
Strijders), die de strijd aanging met de Britse overheersers en waarvan de
radicale splintergroep (EOKA-B) bekendheid zal verwerven door aanslagen, moord,
afpersing en verkrachting.
Niet enkel de Britten, maar ook de
Turks-Cyprioten en ‘alle tegenstanders van de Enosis’ waren het doelwit. Aan
wie de hete aardappel doorschuiven? Aan niemand? Ok, dan maken we het eiland
toch onafhankelijk. Met andere woorden: lost uw brol dan zelf maar op. Zo
gezegd, zo gedaan: op 16 augustus 1960 was de Republiek Cyprus een feit.
Makarios III werd met een overweldigende meerderheid verkozen tot eerste
president. De Turkse minderheid kreeg belangrijke waarborgen.
Maar het
ging van kwaad naar erger. De Grieks-Cyprioten bleven in meerderheid gewonnen
voor Enosis, de Turks-Cyprioten daarentegen wilden de (voor hen voordelige)
tweeledigheid, de zgn. taksim, behouden. Dit leidde tot pesterijen, economische
boycots en uiteindelijk zelfs een heuse burgeroorlog. Nicosia was het Belfast
van de Middellandse Zee geworden. In 1974 besloten de Turken dat het welletjes
was en ze bezetten het noordelijke gedeelte van het eiland. Nicosia
‘promoveerde’ tot het Berlijn van de Middellandse Zee (een of andere ambtenaar
trok met een groene pen een lijn dwars door de stad; de ‘Green Line’ werd in
werkelijkheid een heuse muur), honderdduizenden Grieks-Cyprioten werden uit hun
huis verdreven tot over de ‘grens’ en omgekeerd natuurlijk dan ook maar.
Cyprus is
vandaag nog altijd een sociaal, economisch en politiek verdeeld eiland. Ondanks
zijn rijk verleden, dat toch gekenmerkt werd door tolerantie voor andere
culturen, worstelt het land voortdurend met de diepgewortelde tegenstellingen
tussen Grieken en Turken. De grens tussen twee totaal verschillende wereld
loopt als het ware dwars over het eiland. De Cyprioot die loopt te winkelen in de
fancy Ledras van Levkosia en de Cyprioot die honderd meter verder thee drinkt
in Kurtbaba Sokak van Lefkosa zijn in theorie inwoners van het zelfde eiland.
Maar in praktijk?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten